Citytrip naar Venetië: gids voor de cultuurliefhebber

Venetië, stad aan de lagune, La Serenissima ... Maar liefst achttien miljoen toeristen bezoeken jaarlijks de schitterende stad. De overvloed aan kunst en architectuur is verpletterend. Werken van Titiaan, Tintoretto, Carpaccio, Bellini, Canova, Donatello, Tiepolo, Palladio ... wisselen elkaar af. Zeker wanneer men voor de eerste keer de stad bezoekt kan het allemaal wat (te) veel worden. De must seens in een citytrip naar Venetië en enkele verborgen pareltjes wachten de bezoeker op.

Venetië: oeroud maar springlevend

De in 421 (volgens de legende) gestichte stad Venetië bestaat uit maar liefst 118 eilanden en eilandjes. Een groot aantal van die eilanden zijn aan elkaar 'gesmeed' door bruggen, maar heel wat zijn enkel per boot te bereiken. Denk dan aan La Giudecca, San Giorgio Maggiore en Murano. De totale oppervlakte van Venetië (zonder Mestre, het gedeelte op het vasteland) beslaagt 8 vierkante kilometer. Er wonen tegenwoordig nog 60.000 mensen, in vergelijking met de Nieuwe Tijd een laag aantal. De stad heeft weinig nieuwe gebouwen en heeft dus haar oude, authentieke uiterlijk behouden. Dit heeft veel charme, maar het betekent ook dat er soms iets minder comfort is. Vergeet niet dat de stad zeer regelmatig met acqua alta, hoog water te maken heeft, tegenwoordig nog meer dan vroeger. Zeker in de lente- en herfstmaanden dient men zich hier op te kleden.

Iedereen weet natuurlijk dat Venetië een stad in het water is, omgeven door water. De hoofdstraat van de stad is dan ook geen weg, maar een kanaal: het Canal Grande. Deze slingert zich doorheen de stad en kapt deze in tweeën. Op de linkeroever vindt men drie wijken of sestieres terug: Santa Croce, Dorsoduro en San Polo. De rechteroever bestaat uit de wijken San Marco, Cannaregio en Castello. De politieke, economische en religieuze macht was gesitueerd in de sestiere San Marco. Daar wijzen de San Marcobasiliek, het Palazzo Ducale (dogepaleis) en de Oude en Nieuwe Procuraties nog steeds op die rol.

Vervoer in en naar Venetië

Venetië is volledig 'wielenvrij': geen auto's, bussen, fietsen, bromfietsen, scooters, segways. Dit zorgt uiteraard voor de nodige rust in de drukke stad, maar het bemoeilijkt wel enigszins het transport. Al deze vervoermiddelen zijn vervangen door waterverkeer (vaporetto, gondel, watertaxi) of door te wandelen. Doordat er niet zo veel bruggen zijn, moet men zijn trip goed plannen. Voor je het weet, loop je enkele kilometers om. Maar: als er één stad is waar het een genot is om te verdwalen, is het wel Venetië.

Wie met het vliegtuig naar de stad wilt, komt wellicht aan op de Luchthaven Marco Polo. Vanaf deze luchthaven kan men het makkelijkst op twee manieren naar de eigenlijke stad. Men kan de rechtstreekse bus naar het station Santa Lucia nemen (prijs: ongeveer 8 euro). Wat duurder, maar zeker zo aangenaam is de waterbus (prijs: ongeveer 15 euro). Men krijgt meteen een magnifiek zicht over de lagune aangeboden.

Hotels en prijzen in de stad

Venetië lokt miljoenen toeristen ... en is dan ook peperduur. Hoe duur? Een toiletbezoek in een openbaar toilet kost tot twee euro. De bezoeker moet erop letten waar hij iets eet of drinkt. Vermijd absoluut de cafés en restaurants in de buurt van de San Marco. Hier betaal je niet enkel voor het drankje, maar er zijn ook supplementen: voor het orkest, voor de bediening, voor het bestek, voor de zon (wanneer je op het terras eet) ... De rekening loopt zéér snel hoog op.

Venetië staat natuurlijk bekend om de gondels. Sinds enkele jaren heeft de stad de prijzen hiervan vastgelegd. Reken op ongeveer 80 euro voor een tochtje van veertig minuten, met eventueel ook nog eens een fooi. Dezelfde prijszetting geldt voor de hotels. De stad kan al jaren de toevloed aan toeristen niet meer aan en de hotelprijzen zijn exponentieel gestegen. Tip: boek ruim vooraf en best in een van de minder bezochte wijken (San Polo, Cannaregio, Castello).